Het hoofdorgel van de Nicolaïkerk

Het hoofdorgel van de Nicolaïkerk

De orgels van de Nicolaïkerk

In de Nicolaïkerk bevinden zich twee bijzondere orgels, die, ondanks hun betrekkelijk jonge leeftijd, bekendheid genieten tot ver over de landsgrenzen. Het driemanualige hoofdorgel (33 registers) werd in 1956 gebouwd door de vermaarde Deense orgelbouwer Marcussen op initiatief van de toenmalige organist van de kerk, Lambert Erné. Dit tweede Nederlandse project van de firma Marcussen werd voorafgegaan door de bouw in 1953 van het zogenaamde Sweelinck orgel, een tweemanualig instrument (16 registers) voor de studio van de NCRV. In het jaar 2000 heeft de NCRV het Sweelinck-orgel in bruikleen afgestaan aan de Nicolaïkerk, waardoor deze beide instrumenten thans onder één dak staan.

Het bijzondere van deze twee orgels ligt in het feit dat Marcussen, internationaal bezien, een vooraanstaande exponent was van de Orgelbewegung. Uit onvrede met het niveau van de Europese orgelbouw van de eerste decennia van de 20e eeuw ontstond een beweging die radicale hervormingen eiste. Onder aanvoering van o.a. Albert Schweitzer vond een heroriëntatie plaats op de "klassieke'" orgelbouw van de renaissance en de barok. Deze zoektocht resulteerde in een nieuw orgeltype waarin bouwprincipes van de 17e en 18e eeuw werden gecombineerd met moderne technieken.

Het Sweelinck-orgel en het hoofdorgel van de Nicolaïkerk zijn vroege voorbeelden van dit nieuwe orgeltype. Door het uitmuntende vakmanschap van Sybrand Zachariassen, destijds hoofd van de firma Marcussen, vervulden deze twee instrumenten een voorbeeldfunctie voor de Nederlandse orgelbouw. Het frontontwerp van het hoofdorgel, met voor de eerste keer in Nederland horizontale trompetten, is van de hand van Poul-Gerhard Andersen.

Het hoofdorgel van Marcussen verving een instrument uit 1888, gemaakt door de Utrechtse orgelbouwer Johan Frederik Witte. Dit instrument verving op zijn beurt een orgel van Peter Gerritsz uit 1477-79, waaraan diens kleinzoon Cornelis Gerritsz een rugwerk toevoegde in 1547. Na de tweede wereldoorlog is de kast van dit unieke orgel, na tentoongesteld te zijn geweest in het Rijksmuseum te Amsterdam, overgeplaatst naar de Koorkerk in Middelburg. Een zeer aanzienlijk deel van dit instrument is bewaard gebleven; het wordt thans beschouwd als één van de belangrijkste oude orgels ter wereld.

Vanaf 1943 werd de Westgevel van de Nicolaïkerk gerestaureerd. Hierbij vond men o.a. de oude westingang en het dichtgemetselde roosvenster terug. Men besloot deze weer aan te brengen waarbij het Rijk, als een van de belangrijkste subsidiegevers, eiste dat het venster ook vanuit de kerk zichtbaar moest blijven. Hierdoor werd het in feite onmogelijk om het 19e-eeuwse Witte orgel terug te plaatsen. Lambert Erné vroeg toen, op eigen initiatief, aan de Deense orgelbouwer Marcussen om een nieuw orgel te ontwerpen met de gereconstrueerde westgalerij als uitgangspunt. Op woensdag 23 januari 1957 werd het nieuwe orgel officieel in gebruik genomen. Naast de begeleiding van de gemeentezang werden door Erné ook orgelwerken gespeeld van Buxtehude, Böhm en Bach. Vervolgens gaf Erné op donderdag een Bachconcert en op vrijdag een concert met werken van Sweelinck, Bruhns, Pepping en Micheelsen. Het instrument voldeed in alle opzichten aan de hoge verwachtingen: de Orgelcommissie van de Nederlands Hervormde Kerk concludeerde dat de firma Marcussen met dit instrument "door een bijna volmaakt te noemen intonatie-techniek, het samengaan van zangrijkheid, volheid, schittering en straling - en dat alles in de grootst denkbare verscheidenheid - weer volkomen verwezenlijkt". Het instrument beantwoordt "dan ook aan alle te stellen eisen met de hoogst denkbare graad van volmaaktheid", een conclusie die ook na zestig jaar nog volledig onderschreven kan worden.


Illustraties bij het Marcussenorgel.

Dispositie van het Marcussen-orgel (1956) in de Nicolaïkerk


Hovedværk

Principal 8'
Quintatøn 16'
Rørfløjte 8'
Oktav 4'
Spidsfløjte 4'
Oktav 2'
Mixtur VI-VIII
Cymbel III
Trompet 8'
Cymbelstjerne

Rygpositiv
Principal 4'
Gedakt 8'
Rørfløjte 4'
Oktav 2'
Nasat 1 1/3'
Scharf IV
Sesquialtera II
Dulcian 16'
Krumhorn 8'
Tremulant


Brystværk

Principal 2'
Gedakt 8'
Gedaktfløjte 4'
Waldfløjte 2'
Sivfløjte 1'
Cymbel II
Regal 8'
Tremulant

Pedal

Principal 16'
Oktav 8'
Oktav 4'
Mixtur VI
Fagot 32'
Basun 16'
Trompet 8'
Skalmeje 4'


Manuaalomvang C-f'''
Pedaalomvang C-f'
Koppelingen HR HB PH PR


[Home] [English Version] [Sweelinck orgel] [Fotopagina]