Programma-archief 2003  
zaterdag 22 februari 2003

Klinkende Munt


zaterdag 22 maart 2003

Open Performance Site VI


zondag 11 mei 2003

Harry Sparnaay en Silvia Castillo


zondag 8 juni 2003

The Gents - Nederlandsche Meesters


zaterdag 21 juni 2003

Extra concert Museumnacht


zondag 13 juli 2003

In memoriam Anton Heiller


zondag 3 augustus 2003

50 jaar Sweelinck-orgel


zondag 31 augustus 2003

Mistica y Ritual


zondag 7 september 2003

Bach Cantateconcert


zaterdag 8 november 2003

Meer klanken uit één koor


zaterdag 13 december 2003

De Tonen van de Tekst



Nicolaiconcert

De Stichting Culturele Evenementen Nicolaikerk presenteert de Nicolaiconcerten.


Kaartverkoop vindt vanaf een half uur voor aanvang van het concert plaats bij de ingang van de Nicolaïkerk. De concerten duren ongeveer 45 minuten.

Het actuele programma is te vinden in de Agenda.

De Nicolaikerk is gelegen aan het Nicolaaskerkhof in de zuidelijke binnenstad van Utrecht (Zie Stadsplattegrond Utrecht).


 


zondag 7 september 2003 11.45 uur - Nicolaïkerk


zondag 7 september 2003
11.45 uur - Nicolaïkerk

Bach Cantateconcert


Capella di San Pietro


o.l.v. Daniël Reuss

Arie Abbenes - beiaard

Traditioneel worden de Zomerconcerten afgesloten met cantates van J.S. Bach.
Let op: aanvang concert 11.45, beiaardconcert om 12.15. Vrij Toegang. Voorafgaand speelt de beiaardier stukken gebaseerd op liederen uit de kerkdienst.
Het concert wordt vooraf gegaan door een kerkdienst (aanvang 10.00 uur) waarin ook een cantate van Bach wordt uitgevoerd.


De cantate Meine Seel erhebt den Herren voor O.L.V. visitatie klonk voor het eerst op 2 juli 1724 en behoort tot de tweede jaargang cantates die Bach als Thomascantor in Leipzig schreef.Voor zijn tweede jaargang cantates in Leipzig stelde Bach zich een bijzondere opgave, die bovendien het teruggrijpen naar eerdere composities vrijwel onmogelijk maakte. Als uitgangspunt voor deze cantates koos hij oude lutherse kerkliederen, passend bij de zondag van het kerkelijk jaar. Het grondplan van deze zogenaamde koraalcantates is steeds hetzelfde: de eerste en laatste strofe van het koraal zijn onveranderd overgenomen als openingskoor respectievelijk slotkoraal, de tussenliggende strofen zijn zeer vrij omgedicht tot recitatieven en aria?s.Onder Bachs koraalcantates neemt de cantate Meine Seel erhebt den Herren een bijzondere plaats in: aan deze cantate ligt niet een luthers kerklied, maar een gregoriaanse koraalmelodie ten grondslag, die van de negende psalmtoon (de tonus peregrinus).De lofzang van Maria (Lucas 1, 46-55) is van oudsher bestanddeel van de vesperliturgie en werd in Bachs tijd in Leipzig tijdens de vesperdiensten in het Duits (duitstalig) gezongen op de melodie van de negende psalmtoon in een vierstemmige zetting van Johann Hermann Schein. Voor het feest van O.L.V. visitatie is deze tekst, het Magnificat, tevens evangelielezing. Het lag daarom voor de hand deze lofzang tot uitgangspunt voor de koraalcantate voor deze dag te nemen. De onbekende tekstredacteur heeft de verzen 46-48 (openingskoor), 54 (duet) en de gebruikelijke lofprijzing op de drieëenheid (slotkoraal) woordelijk overgenomen en de overige verzen vrij tot aria?s en recitatieven omgedicht. Daarbij werden naar barok gebruik verschillende toespelingen op andere bijbelpassages ingevlochten.In de delen waarin de tekst onveranderd is overgenomen klinkt ook de melodie van de negende psalmtoon. In het openingskoor klinkt de cantus firmus tweemaal: eenmaal gezongen door de sopranen en vervolgens eenmaal door de alten, telkens versterkt door de trompet. In het duet wordt de cantus firmus instrumentaal voorgedragen. Bach heeft dit deel later als orgeltranscriptie (BWV 648) in de zogenaamde Schübler-koralen opgenomen. In het slotkoraal klinkt de melodie van de negende psalmtoon nogmaals als cantus firmus.
Dit werk zal worden uitgevoerd in plaats van de eerder aangekondigde cantate Ich hab in Gottes Herz und Sinn (BWV 92)

De cantate Wachet auf, ruft uns die Stimme sluit nauw aan bij de lezingen voor de 27e zondag na Trinitatis. De eerste lezing uit de 1 Tess. 1-11 begint al zo: Het heeft geen zin, broeders, u te schrijven over tijd en uur. Gij weet zelf heel goed, dat de Dag des Heren komt als een dief in de nacht. Sterker nog, de gelovigen moeten elkaar voortdurend wakker houden, om zo op het laatste uur, ofwel de bruiloft met Christus, voorbereid te blijven. Die stemming spreekt sterk uit het eerste koraal van de cantate: Steht auf, die Lampen nehmt en Macht euch bereit zu der Hochzeit. De teksten van de overige delen zijn met name ontleend aan Matt. 25; 1-12 en het Hooglied.
Deze bekende cantate is trouwens in Bachs tijd nauwelijks uitgevoerd. Een 27e zondag na Trinitatis was een grote zeldzaamheid (Pasen moet dan vóór 27 maart vallen) en kwam tijdens Bachs leven maar twee keer voor. We weten daarom zeker dat het stuk in 1731 voor het eerst is gespeeld en is hernomen in 1742.
Aan de cantate Ich hab in Gottes Herz und Sinn ligt het gelijknamige twaalfstrofige lied van Paul Gerhard uit 1647 ten grondslag. De eerste en laatste strofe van dit lied zijn woordelijk overgenomen als openingskoor respectievelijk slotkoraal. Daarnaast zijn nog drie strofen woordelijk overgenomen; de resterende strofen zijn omgedicht tot aria’s en recitatieven. Het koraal wordt gezongen op de bekende melodie van Was mein Gott will, das g’scheh’ allzeit.
Aan de evangelielezing van zondag Septuagesimae (Mattheus 20,1-16, de gelijkenis van de arbeiders in de wijngaard) is de gedachte ontleend dat de mens zich moet voegen naar wat God hem - aan vreugde en smart - toedeelt.

Capella di San Pietro werd in 1993 opgericht en bestaat uit een groep van acht zangers en diverse instrumentalisten, naargelang het uit te voeren programma. De zangers nemen zowel koor- als solopartijen voor hun rekening. De meesten van hen zijn actief in ensembles als Collegium Vocale Gent, The Amsterdam Baroque Choir en De Nederlandse Bachvereniging. Het instrumentaal ensemble is enkelvoudig bezet en speelt op oude instrumenten of kopieën daarvan. De leden spelen in verschillende vooraanstaande barokorkesten.

Na de dienst en het cantate- concert is er nog meer Bach. Wees welkom in de tuin van het Centraal Museum voor het beiaardconcert (aanvang 12.15). De volgende werken worden uitgevoerd:
Johann Sebastian Bach (1685-1750)

Preludium, fuga en
allegro voor luit, BWV 998

Coro uit cantate Lobet Gott in
seinem Reichen BWV 11

Zes kleine Preludia
BWV 933-938

Duet Ein unbegreiflich Licht
(uit: cantate BWV 125)

Drie aria’s uit Notenbüchlein für
Anna Magdalena Bach
So oft ich meine Tobackspfeife
Bist du bei mir
Gedenke doch mein Geist
BWV 515, 508, 509

Sopraanaria en koraal
(uit: cantate BWV 92)

 



 

Top


[Home]