zondag 8 juni 2003 | 15.30 uur - Nicolaïkerk |
zondag 8 juni 2003 |
15.30 uur - Nicolaïkerk |
The Gents - Nederlandsche Meesters
o.l.v. Peter Dijkstra
Arie Abbenes - beiaard
Ton de Leeuw
Bart Visman
Daan Manneke
Marijn Simons
Nicolas Gombert
Josquin Desprez
In dit concertprogramma zetten The Gents twee Nederlandse componistengeneraties tegenover elkaar: de 20e-eeuwse school welke hier begint bij Ton de Leeuw, en via Daan Manneke uitmondt in Marijn Simons en Bart Visman, en de 15e en 16e eeuwse Nederlands/vlaamse school met o.a. Josquin des Prez en Nicolas Gombert.
Overal en door de hele muziekgeschiedenis zijn veel van dit soort scholen te vinden: van de Notre Dame-school in de 13e eeuw in Parijs met componisten als Perotinus en Leoninus, tot de Mannheimer Schule met o.a. Stamitz en Richter in de 18e eeuw en de 2e Weense School in de 20e eeuw met componisten als Schoenberg, Berg en Webern. Jonge, ambitieuze, leergierige studenten gingen in de leer bij een componist wiens naams reeds gevestigd was, om zichzelf zo te vervolmaken in de kunst van het componeren.
Josquin des Prez leefde ongeveer van 1445 tot 1521. Reeds tijdens zijn leven werden Josquins composities door veel componisten en theoretici beschouwd als grootse voorbeelden op het gebied van muzikale compositie. Hij werd als een absolute meester beschouwd op het gebied van de muzikale vorm en expressie. Met een minimum aan muzikale middelen wist hij maximaal effect te bereiken. Maarten Luther zei over hem: Josquin is meester over de noten en hij laat ze uitdrukken wat hij wil; andere componisten echter moeten vaak doen wat de noten hun dicteren.
Zelfs nog tijdens zijn leven werd zijn muziek door geheel West-Europa verspreid, iets wat in de 15e eeuw bijzonder mag heten. Hierdoor groeide zijn bekendheid en daarmee nam ook zijn invloed toe. Zijn tijdgenoten in de Lage Landen, zoals Nicolas Gombert en Adriaan Willaert, tonen in hun vroege composities grote invloeden van Josquin.
Het motet
Domine, Dominus noster is een loflied over de schepping, en sluit qua monumentaliteit aan bij de tekst: Josquin kiest voor een 5-stemmige structuur met 4 vrije stemmen en een cantusfirmus bestaande uit 8 noten. Deze komt vijf keer tot klinken.
Gomberts motet
Regina Caeli is 12-stemmig en is een lied voor Hemelvaart:
Koningin des Hemels, wees verheugd, Halleluja
Want hij, die jij gebaard hebt is opgestaan, zoals hij beloofde.
Bid voor ons tot God, Halleluja
Opvallend voor Gomberts stijl is het gebruik van een lage, diepe sonoriteit. In deze veelstemmigheid overheersen de lagere mannenstemmen. Verder maakt hij gebruik van een overlappende imitatietechniek, waarin elke nieuwe imitatie begint, voordat de andere ophoud.
Dit resulteert uiteindelijk in een constante, vloeiende beweging.
Ton de Leeuw geldt als een van de belangrijkste naoorlogse Nederlandse componisten. Geboren in 1926, leefde hij in een tijd waarin de muzikale ontwikkelingen zich in een sneltreinvaart opvolgden. Hij kwam in aanraking met de muziek van Messiaen, bij wie hij ook studeerde, en bezocht Darmstadt in 1953, waar zijn belangstelling voor Webern en het serialisme werd aangewakkerd. Intussen was hij ook al gefascineerd geraakt door niet-westerse muziek, waarmee hij kennismaakte tijdens zijn studie bij etnomusicoloog Jaap Kunst, aan de Universiteit van Amsterdam. Zijn compositie
Cloudy forms is een modern, experimenteel koorwerk uit 1971, waarin met allerlei nieuwe technieken wordt geëxperimenteerd: clustertechnieken, waarbij een opeenstapeling van naast elkaar liggende tonen tegelijkertijd klinkt, spreektechnieken, en micropolyfonie.
Van 1959 tot 1986 was hij docent compositie en elektronische muziek aan het Amsterdamse Conservatorium, waar hij veel componisten opleidde, onder wie Tristan Keuris, Bernard van Beurden en Daan Manneke.
In het werk van Daan Manneke staat de vocale muziek centraal. Net als bij Ton de Leeuw is veel van zijn muziek voor koor gedacht, dit resulteert vaak in een bijna tonaal aandoende cantabiliteit. In de Lecons de Ténèbres speelt ook de muzikale ruimte een belangrijke rol. Net als in
Regina Caeli van Nicolas Gombert blijkt hier Mannekes voorliefde voor lage sonoriteiten. Deze werken zijn vrijwel alleen geschikt voor sterk resonerende akoestieken.
In de gebruikte tekst staat de kathedraal centraal, symbool van goddelijke harmonie en ook symbool van het geloof: het bouwwerk is geconstrueerd in perfecte symmetrie, maar wordt bedreigd door invloeden van buitenaf. De interne ruimte wordt verstoord door menselijke invloed. Uiteindelijk overheerst echter een positief en stralend beeld, waarin de kerk als religieus symbool tot het hart van de mensen zal doordringen.
Daan Manneke volgde Ton de Leeuw in 1986 op als docent compositie aan het Amsterdamse Conservatorium. Als docent leidde hij o.a. Marijn Simons op, wiens compositie
City of the Soul vanmiddag als slot van dit concert te horen is. Marijn is een zeer jonge, getalenteerde componist, die ook als violist inmiddels internationaal furore maakt. Zijn muzikale stijl is tonaal te noemen, en roept associaties met een componist als Benjamin Britten.
In dit concert ook een nieuw werk van Bart Visman: New Heaven
Veruit de meeste mensen ’zijn’ religieus. Velen geloven wat zijhebben geleerd in hun jeugd, anderen passen in de loop van hun leven de beelden aan aan hun ervaringen, en vatten dat samen als ’ik geloof dat er iets is...’. Ondergetekende maakt deel uit van die tweede groep. Ik beschouw mijzelf als religieus mens zonder dat ik een instituut of een gebouw
behoef om dat te benoemen. En dat geldt waarschijnlijk voor de meeste
mensen, tegenwoordig.
Toen mij gevraagd werd een religieus werk te schrijven voor The Gents dacht ik dan ook dat ik geen moeite zou hebben een tekst te vinden die mij op sleeptouw zou nemen, aangezien voor mij ’religie’ een wijds begrip is, en er zeer veel mooie teksten zijn. Maar dat viel niet mee. Omdat ik de lezer niet nodeloos wil vermoeien met overwegingen omtrent de tekstkeuze, volsta ik ermee te zeggen dat ik er uiteindelijk achter kwam dat ik misschien het best zelf een tekst kon schrijven. Dat plan heb ik echter op de lange baan geschoven; schrijver, laat staan dichter, ben ik niet.
De oplossing voor het probleem bleek in een eerdere compositie van mij te liggen.
In 1998 werd mij gevraagd een kerstlied te componeren. Dat verzoek kwam rond 20 december, dus er was haast geboden. In een vloek en een zucht (en in twee dagen en een nacht) maakte ik een cantate van zes minuten, voor sopraan, blazers en contrabas, dat ik BURNING BABE heb genoemd. Dat ik zo snel kon werken kwam doordat ik een gedicht vond van Robert Southwell, dat zeer tot de verbeelding sprak: in de kou van hartje winter voelt de dichter plots een warme gloed, en op zoek naar het haardvuur dat hem verwarmt vindt hij het babytje Jezus, in vlammen gehuld, snikkend. Door zijn tranen heen verkondigt hij zijn naderende dood aan het kruis, maar eerst is het kerstmis.De afwisseling van gruwelijk en lief, van de huilende zuigeling en de stervende dertiger ontroerde mij zeer. Diezelfde contrasten bleken ook in een ander gedicht van Southwell voor te komen: in NEW HEAVEN. Dit keer gaat het om het beeld van een klein, hongerig ventje in een lawaaiige stal, dat drinkt aan de borst van zijn moeder, en van wie de dichter ons leert dat wij hem al kenden:
The same you saw in heavenly seat,
Is he that now sucks Mary’s teat.
Het gedicht van Southwell wordt niet integraal gebruikt. Ik gaf er de voorkeur aan het militante jochie van de tweede helft van het gedicht buiten beschouwing te laten. Wel is het gehele stuk door ook een Latijnse tekst te horen, namelijk de eerste vier regels van ’O glosiosa virginum’, een Maria lofzang. Ook hier treft men de schijnbare tegenstelling aan:
??????????????? Gij voedt hem, die u geschapen heeft,
Als een klein kind
Het grootste en het kleinste. Het uitzonderlijke en het alledaagse. Het
’hoge’ en het ’lage’. De schepper en de schepping. Ze zijn,geloof ik,
een.
Bart Visman
In het beiaardconcert (aanvang 14.30) worden de volgende werken uitgevoerd:
Louis Andriessen (geb 1939)
De toren (verkorte versie)
John Jenkins (1592-1678)
Lady Katherine Andly’s Bells
Daan Manneke (geb. 1939)
Pentatone vogels boven de stad
Plein vol accoorden
(uit: ?Er vallen stukken?)
Josquin Desprez (1455?-1521)
Fors seulement
Stabat Mater
Guus Jansen (geb. 1951)
Dik en Dun
Jan Pieterszoon Sweelinck (1562-1621)
Echo fantasia
Website: http://www.thegents.nl
Top
[Home]