zaterdag 17 januari 2004 | 21.00 uur - Nicolaïkerk |
zaterdag 17 januari 2004 |
21.00 uur - Nicolaïkerk |
Oost, Zuid, West en Noord
Viriditas-ensemble
Lida Dekkers | - | modale zangimprovisatie |
Hein Hof | - | orgel |
Agnes de Kok | - | beeldende kunst |
Programma
Hildegard van Bingen (1098-1179) | - | O viridissima Virga |
John Redford (1485-1547) | - | Veni redemptor gentium |
Thomas Tallis (1505- 1585) | - | Veni redemptor gentium |
Lida Dekkers (1951) | - | Improvisatie in fa-modus |
Johann Pachelbel (1653-1706) | - | Magnificat peregrini toni (twee verzen) |
Lida Dekkers | - | Improvisatie in re-modus |
Kees Weggelaar (geb 1945) | - | De Profundis |
Lida Dekkers | - | Improvisatie in mi-modus |
Glogauer Liederbuch (15e eeuw) | - | Veni Sancte Spiritus |
Lida Dekkers | - | Improvisatie in sol-modus |
Friederich Zachau (1663-1712) | - | Veni creator Spiritus |
Michael G. Fischer (1773-1829) | - | Hymne met alternatim orgelspel |
Johann S. Bach (1685-1750) | - | Komm , Gott , Schöpfer, Heiliger Geist |
Het projekt:
Kunst als partituur vindt haar inspiratie in het werk van Hildegard van Bingen.
Van deze Mystica uit de 12e eeuw zijn visioenen overgeleverd met prachtige miniaturen.Ook schreef zij liederen met latijnse teksten die verwant zijn aan het gregoriaans.
Eén van die miniaturen,
De Stad Gods’,[zie afbeelding], inspireerde
Agnes de Kok tot het maken van een installatie.Zij gebruikt de voorstelling als plattegrond voor een klankcirkel.De miniatuur en klankcirkel zijn op de vier windrichtingen georienteerd en vormen het uitgangspunt voor een scala aan betekenissen.De cirkel heeft dus een westen, zuiden, noorden en oosten en is dien overeenkomstig ook zo in de [kerk] ruimte geplaatst. Op elke windrichting staat een standaard met daarop een boek. In dat boek staan foto’s en tekeningen die de vier elementen, vier kleuren c.q. vier thema’s van het kerkelijk jaar als inspiratiebron hebben. De foto’s en tekeningen zijn een reflektie op teksten uit de liederen van Hildegard. Zo is b.v. het eerste boek groen en hoort bij het Westen. Groen is bij Hildegard de kleur die vruchtbaarheid symboliseert. In het boek staan foto’s , die met het thema
aarde zijn verbonden en tekeningen die daar weer op reflekteren.
De cirkel ontstaat door takken die verticaal geplaatst zijn en de verbinding tussen hemel en aarde verbeelden. In de takken hangen gebedssnoeren, die gemaakt zijn van voorwerpen uit de natuur die horen bij de elementen; b.v. schelpen bij water en zonnebleomen bij vuur.
Zo zijn ontstaan:
Westen: groen, vruchtbaarheid, aarde
Zuiden: blauw, Maria en Eva, water
Noorden: wit, sneeuw en ijs, lijden en dood, lucht
Oosten: goud , inspiratie en Geest, vuur
Lida Dekkers maakt van Agnes’ installatie een kunstwerk dat de gebruikelijke dimensies van beeldende kunst doorbreekt door er een nieuwe dimensie toe te voegen,n.l: tijd
Zij koos bij elk van deze vier boeken vier middeleeuwse toonsoorten: ’modi’, waarin zij bij de tekeningen en foto’s op hun bijbehorende tekstfragmenten improviseert. Bij het ’aardeboek’ met als thema ’viriditas [vruchtbaarheid] past b.v.de modus van de toon ’fa’. etc.
Op die manier maakt zij een rondgang binnen de cirkel langs de vier lessenaars en worden de boeken tot klinken gebracht. Zij gaan funktioneren als partituren.
Zo ontstaat:
Westen: groen/ vruchtbaarheid/ aarde: fa-modaliteit
Zuiden: blauw/ Maria en Eva/ water: re-modaliteit
Noorden: wit/ lijden en dood: mi-modaliteit
Oosten: goud/ geest en vuur: sol-modaliteit
Eigenlijk is de rongang door de cirkel met gezongen improvisaties een ’performance’
Om dit ook visueel te onderstrepen draagt Lida een tuniek die aansluit bij vorm en kleur van Agnes’ installatie en die is ontworpen en vervaardigd door textiel- kunstenares Cora de Kok
Hein Hof koos uit het rijke repertoire van de kerkmuziek composities die naar toonsoort en thematiek aansluiten bij de installatie van Agnes en improvisaties van Lida.Hij vormt met zijn orgelspel schakels van het ene boek naar het volgende: een muzikale ’promenade’ tussen de lessenaars. Deze promenade wordt vooraf gegaan door drie bewerkingen van de gregoriaanse hymne ’Veni redemptor gentium’ [’Kom, Verlosser van de volkeren’] en wordt ingezet met Pachelbel’s toonzetting van de lofzang van Maria, het Magnificat, waarin de ’tonus peregrinus’ [heidense toon] een afwijkende modus met twee psalmtonen, de la en de sol, wordt gebruikt. Deze ’tonus peregrinus’ was zeer populair in Lutherse magnificatbewerkingen.
’De Profundis’ [ uit de diepten] van Kees Weggelaar is in 2003 voor Hein Hof gecomponeerd, speciaal bedoeld voor het Bätz-orgel in de H.Michaelkerk ter Schalkwijk. Basis voor deze composities zijn gregoriaanse fragmenten uit het Offertorium van de 13e zondag na Pinksteren.Het werk opent met een diepe kwint in het pedaal, waarna de fragmenten klinken tegen een fond van statische accoorden. Na een levendiger episode bereidt een langzaam klinkend crescendo opnieuw de gregoriaanse fragmenten voor, die we nu sterk horen.Een decrescendo bouwt de compositie geleidelijk af.Het werk lost uiteindelijk in een diepe toon op.
De orgelpromenade eindigt met de Pinkstersequentia ’ Veni Sancte Spiritus’ [’ Kom, Heilige Geest’].
Het concert begint met een lied van Hidegard van Bingen: de stam waarop het projekt is ’geënt’. Na de rondgang langs de lessenaars klinkt de hymne:’Veni creator Spiritus’ [kom, schepper, Geest], waarbij orgel en zang worden afgewisseld in zgn alternatim-stijl. Het programma wordt bekroond door Bach’s indrukwekkende reflektie op deze hymne: ’Komm,Gott,Schöpfer, Heiliger Geist.
Doordat de gang in de cirkel langs de partituren niet onderbroken kan worden is er gekozen voor een programma zonder pauze.
Top
[Home]