Programma-archief 2001  
zaterdag 27 januari 2001

Werken van Heinrich Schütz (1585-1672) en Arnold Schönberg (1874-1951)


zaterdag 10 maart 2001

Open Performance Site IV


zondag 6 mei 2001

Monteverdi Kamerkoor




zondag 3 juni 2001

Zomerconcert i.s.m. de Nederlandse Blokfluitdagen




zaterdag 23 juni 2001

Museumnachtconcert


zondag 1 juli 2001

Powell river youth choir




zondag 5 augustus 2001

Zomerconcert




zondag 26 augustus 2001

The musical Assembly




zondag 2 september 2001

Bachcantates




zaterdag 3 november 2001

De Verklankte Dood


zaterdag 8 december 2001

L'Inconnue



Nicolaiconcert

De Stichting Culturele Evenementen Nicolaikerk presenteert de Nicolaiconcerten.


Kaartverkoop vindt vanaf een half uur voor aanvang van het concert plaats bij de ingang van de Nicolaïkerk. De concerten duren ongeveer 45 minuten.

Het actuele programma is te vinden in de Agenda.

De Nicolaikerk is gelegen aan het Nicolaaskerkhof in de zuidelijke binnenstad van Utrecht (Zie Stadsplattegrond Utrecht).


 


zaterdag 3 november 2001 21.00 uur - Nicolaïkerk


zaterdag 3 november 2001
21.00 uur - Nicolaïkerk

De Verklankte Dood


Arion-ensemble
o.l.v. Chris Pouw


Op de late avond brengen de dertig musici van het Arion-ensemble (koor, strijkers en blazers) o.l.v. Chris Pouw een programma over de dood. Het concert maakt deel uit van het festival Allerzielen - Allerheiligen van de stichting Città della Musica. Speciaal voor de Nicolaïkerk is een programma samengesteld waarin de Totentanz van Hugo Distler (1908-1942) uitgevoerd wordt in de zeldzame combinatie met liederen van de Oostenrijkse componist Hugo Wolf (1860-1903). Nog ongewoner is de uitvoering van liederen uit Wolfs Spanisches Liederbuch in nauwelijks bekende bewerkingen van Igor Strawinsky.


’Koning, keizer, admiraal, de Dood komt ze halen, allemaal’. Zo zou de moraal van de Dodendans kunnen worden omschreven. De man met de zeis ontziet niemand. In de beeldende kunst speelt dit thema vanaf de late middeleeuwen een opvallende rol: in reeksen prenten en in muurschilderingen worden mensen van elke rang en stand afgebeeld, elk herkenbaar aan zijn attributen terwijl de dood, soms met een kus, te kennen geeft wiens beurt het is door hem te worden meegenomen. Met sardonische humor laten de schilders van dodendansen daarbij de hoogwaardigheidsbekleders voorop gaan. Het leven is een voortdurende dans met de dood en elke dans heeft een einde. Wie zich dit niet realiseert en onvoorbereid sterft, komt niet in de hemel. In heel Europa, met name in en rondom de Alpen, zijn er op kerkmuren nog monumentale dodendansen geschilderd.


In 1466 schilderde Bernt Notke een dodendans in de Marienkirche in Lübeck. Deze werd in de achttiende eeuw door een barokke kopie vervangen. Hugo Distler, benoemd in 1931 als organist van de Jakobikirche in Lübeck, gebruikte de afgebeelde figuren en de onderschriften van de Totentanz in de Marienkirche als uitgangspunt voor zijn compositie.


De aangrijpende Totentanz is een afgeronde cyclus met een verstild slot, dat juist sterk tot zijn recht komt in combinatie met romantisch repertoire van Hugo Wolf. De op afloop van het leven gerichte teksten van Wolf passen uitstekend in het thema: juist na Totentanz krijgen de teksten van Eichendorff, Paul Heyse en Emmanuel Geibel een veel sterkere werking.


De levens van Hugo Distler en Hugo Wolf bevatten enige gelijkenissen, niet in het minst in hun vroegtijdige einden, Distler door zelfdoding en Wolf door ernstige lichaamlijke en geestelijke ziektes. Wolf studeerde in Wenen, waar hij de jonge Gustav Mahler leerde kennen; later zou hij ook aangemoedigd worden door Richard Wagner. In de handen van Wolf zou het romantische lied voor een enkele zanger met pianobegeleiding zijn absolute hoogtepunt bereiken. Door zijn fijnzinnige tekstbehandeling en de intieme, persoonlijke sfeer van zijn liederen raakte Wolf de essentie van het romanticisme. Bijzonder in het programma van De Verklankte Dood is de uitvoering van enkele liederen van Wolf in weinig bekende bewerkingen van Igor Strawinsky voor koor, klarinetten in A, hoorns en strijkers - een kleurrijke maar kwetsbare bezetting die een zwaar beroep doet op de vakkundigheid van de musici.


 



 

Top


[Home]