vrijdag 17 december 1999 | 22.30 uur - Nicolaïkerk |
vrijdag 17 december 1999 |
22.30 uur - Nicolaïkerk |
Het viel een hemelsdauwe
Ad parnassum (Tilburg)
o.l.v. Anthony Zielhorst
Het programma bevat een gedeelte dat gewijd is aan de Advent en een gedeelte met Kerstrepertoire.
In het Adventsgedeelte staan twee bekende melodieën centraal:
Heiland open wijd de poort is meerstemmig gezet door Johannes Brahms. De Gregoriaanse melodie Rorate coeli (Dauwt hemelen van boven) heeft een fraaie zetting gekregen van Herman Strategier
In beide stukken klinkt de sfeer van verwachting, van uitzien naar het Kerstkind.
Een weinig gezongen werk is het Vater Unser van Franz Liszt voor koor en orgel. Het aandeel van het orgel is zeer bescheiden, maar uiterst functioneel
In het andere gedeelte van het concert komen Kerstliederen tot klinken van Nederlandse componisten.
De twee liederen van Henk Badings maken deel uit van de reeks Vier geestelijke Liederen, die Badings in de zomer van 1941 componeerde. Het Kerstlied is gecomponeerd in de rondovorm. Het refrein ’Ons is gheboren’ keert steeds gevarieerd terug: de melodie blijft dezelfde, de zetting verandert. De coupletten zijn soms polyfoner uitgewerkt en verwijderen zich van de hoofdtoonsoort. Badings gebruikt melodieën die geïnspireerd zijn op middeleeuwse kerktonen.
Het Driekoningenlied is een sololied met interrupties van het koor, dat de komst van de koningen bezingt.
Op teksten van de dichter Leopold componeerde Joop Voorn tussen 1987 en 1989 twee Kerstliedjes. Het zijn treffende sfeergedichten in een klankidioom, dat kenmerkend is voor Voorn: goed zingbare melodieën in een fraaie samenklank.
De Christmas Carol op tekst van Alexander Carmichael voor vrouwenkoor bejubelt de kleine koning en beschrijft zijn geboorte.
Deze drie composities zijn alle drie bekroond in de compositiewedstrijd van het Florilège Vocal de Tours in de jaren 1988 t/m 1990.
De Kerstliedjes die Louis Toebosch tussen 1942 en 1947 bewerkte hebben alle een Middeleeuwse oorsprong. Sommige liederen uit deze reeks worden nu nog gezongen, andere zijn inmiddels volledig vergeten. Poëtische inslag en eerbiedige ingetogenheid worden afgewisseld met intense jubel en oprechte vreugde. Ad Parnassum voert nu vijf van deze liederen uit. Toebosch heeft in de reeks grote variatie gerealiseerd: van zeer intiem en simpel tot zeer extravert en complex.
Top
[Home]