zondag 5 juli 1998 | 11.45 uur - Nicolaïkerk |
zondag 5 juli 1998 |
11.45 uur - Nicolaïkerk |
Koor Nieuwe Muziek
Huub Kerstens, dirigent
Cor de Jong, orgel
Arie Abbenes, beiaard
Louis Andriessen 1939
Un Beau Baiser (1980) voor koor a cappella
Theo Loevendie 1930
Aubade (1983) voor koor a cappella
Huub Kerstens 1947
Monde du Sommeil opus 13 (1985) voor koor en orgel
Beiaardbespeling
Georg Muffat 1653-1704
Suite II voor clavecimbel
Georg Muffat
Orkestsuite 'Laeta Poesis'
Beiaardbewerkingen: Arie Abbenes
Louis Andriessen
Un Beau Baiser voor koor a cappella
Un Beau Baiser is afkomstig uit de muziektheaterstukken die Louis Andriessen schreef voor toneelgroep Baal. Opera was in de jaren zeventig bepaald niet populair in Nederland. Tegenwoordig kunnen de grensverleggende anarchistische voorstellingen die Baal destijds maakte, weer gewoon opera genoemd worden. Un Beau Baiser is een fragment uit George Sand, geschreven door Mia Meijer en geregisseerd door Lodewijk de Boer.
Theo Loevendie
Aubade voor koor a cappella
Aubade van Theo Loevendie is oorspronkelijk geschreven voor twee solostemmen en Loevendies Jazzkwintet, als onderdeel van de Atlantis Suite. In de bewerking uit 1993 voor gemengd koor a cappella worden de oorspronkelijke solopartijen voornamelijk door de vrouwenstemmen vertolkt. Deze worden voorafgegaan door een korte intro van de mannenstemmen. De vrouwen worden begeleid door een langgerekte noot in de bas, wat een eenvoudig doch breekbaar geheel oplevert. In de herhaling laat Loevendie die breekbaarheid letterlijk horen. De naar close harmony neigende akkoorden ondersteunen de eenvoud van de tekst.
Het zesregelige gedichtje Sweet stay awhile, is eerder op muziek gezet door de Engelse componist John Dowland (1562-1626). De tekst is van de hand van een anonieme 16e-eeuwse dichter, maar wordt ook wel toegeschreven aan John Donne (1571-1631).
Huub Kerstens
Monde du Sommeil opus 13 voor koor en orgel
De tekst van Monde du sommeil is ontleend aan Sodome et Gomorrhe uit A la recherche du temps perdu van Marcel Proust. Huub Kerstens heeft een fragment gekozen dat verhaalt over de wereld van de slaap ('op de drempel waarvan verstand en wil, tijdelijk lamgelegd, het niet meer voor mij konden opnemen tegen de bitterheid van mijn werkelijke indrukken') en zijn muziek kan door haar sobere expressie opgevat worden als een lyrische verklanking van wat de ziel in de slaap tormenteert: het innerlijke weten van de werkelijke wereld, die overdag in conventies gehuld, door gedragscodes afgeschermd, onzichtbaar blijft, waarvoor de ziel ongevoelig lijkt te zijn.
Angst, droefheid en wroeging - als componist heeft Kerstens zeker niet getracht deze toestanden van de ziel concreet te verklanken. Maar het melodische en harmonische spel wijst wel in de richting van een sfeertekening in algemeen romantisch-expressieve zin. In lange melodische lijnen beweegt de muziek zich door de tekst van Proust. Ook structureel 'omhult' de slaap de emoties van de ziel. Opvallend is de effectieve manier, waarop het koor gehanteerd wordt: met sterke nadruk op een expressief zingen, terwijl de tekst aanleiding zou kunnen zijn voor een bont palet van andere klanken. In die zin is deze partituur niet alleen de evocatie van een tekst, maar ook van de tijd waarin die tekst is ontstaan.
Tekst: Leo Samama (1990)
Georg Muffat
Suite II voor clavecimbel; Orkestsuite 'Laeta Poesis'
Het beiaardprogramma contrasteert met het concertgedeelte in de kerk. Na het programma met hedendaagse koormuziek bestaat het beiaardconcert uit muziek van de barokcomponist Georg Muffat, geschreven in een toegankelijke Franse stijl. Voor de Duitse muziekcultuur is Muffat van grote betekenis omdat hij daar de Franse en Italiaanse stijlen introduceerde. Overigens beschouwde Muffat zich als Duits componist, hoewel van Schotse afkomst en in Savoye geboren.
Top
[Home]